Lezen
Over bouwhistorie
Op deze pagina wordt regelmatig een beperkte selectie van recent gepubliceerde boeken over bouwhistorische onderwerpen weergegeven. Een veel uitgebreider actueel overzicht vindt u in de nieuwsbrieven onder de rubriek ‘Korstmossen en muurbloempjes’.
Verder vindt u hier essays, onderzoeken en andere stukken die eerder in de Nieuwsbrieven werden geplaatst of die werden aangereikt door donateurs en andere specialisten. Artikelen kunnen in PDF-format worden aangeleverd via webredactie@bouwhistorie.nl
Publicaties
Tussenbroek, Gabri van
De houten eeuw van Amsterdam. Bouw, werken en wonen in de middeleeuwse stad 1275-1578
Uitgeverij Prometheus 2023, gebonden, ISBN 9789044652383, p. 608, € 60.-
Amsterdam viert in 2025 het 750-jarig bestaan van de stad, een lange periode van uitbreidingen en veranderingen. Het uitzien van de binnenstad is mogelijk meest bepaald door de wederopbouw na de laatste grote stadsbrand van 1452. Deze middeleeuwse bouwperiode met nog talrijk aanwezige sporen/gebouwen vormt de basis van het huidige gebouwde erfgoed, maar anders dan het erfgoed van Amsterdam uit de zeventiende eeuw is deze periode veel minder bekend en onderzocht. Deze publicatie ontsluit circa zeventig jaar bouwhistorisch onderzoek in Amsterdam, uitgevoerd in het kader van sloop, verbouwingen, infrastructurele ingrepen en andere ruimtelijke ontwikkelingen. Voor het eerst wordt een systematisch overzicht geboden van de ontwikkeling van de stad in de middeleeuwen vanuit een geïntegreerd historisch, bouwhistorisch en archeologisch perspectief. Het resultaat is een rijk geïllustreerd standaardwerk voor geïnteresseerden.
Steegh, John en Harrie Teunissen
Moderniteit in kaart. Ontwerp en ruimte in de moderne tijd
Uitgeverij WBOOKS 2023, gebonden, ISBN 9789462585942, p. 224, € 34,95 (in samenwerking met Design Museum Den Bosch).
De moderne tijd van 1800 tot nu is ondenkbaar zonder kaarten. Kaarten presenteren niet alleen een selectie van de ruimtelijke werkelijkheid, maar spelen ook een hoofdrol in de vorming daarvan.
Inmiddels lijkt elk onderwerp met een ruimtelijke dimensie wel op papier of scherm in kaart gebracht. Aantallen en soorten kaarten namen na 1800 een hoge vlucht. Nationalisering van het kaartbeeld maakte mensen bewust van de grenzen waar eigen land en volk ophielden en vreemde begonnen. Resterende witte plekken op westerse wereldkaarten werden verkend en gekoloniseerd en rassen en beschavingen met kaarten hiërarchisch geordend. De ontwikkeling van stedelijke ruimten tot metropolen werd met uitbreidingsplannen voorbereid en herzien. Dit boek presenteert kaarten van over de hele wereld en toont hun verrassende én schokkende diversiteit. De voornaamste thema’s zijn watermanagement, stadsontwikkeling, etnische relaties en militaire conflicten. De onderwerpen variëren van ‘helse’ WOI-frontkaarten tot romantische Rijnpanorama’s en, via Art-Déco landkaarten en nazi-plannen voor Joodse getto’s, en van plattegronden van interneringskampen tot kaarten als moderne kunst.
Vliet, Kaj van (red.), Katrijn Kuypers, Joost van der Spek, Jan Vredenburg
De Utrechtse Pieterskerk
Uitgeverij Matrijs 2023, genaaid gebonden, ISBN9789053545951, p.192, € 29,95 (in samenwerking met de Waalse Kerk Utrecht).
De bouw van de Pieterskerk markeerde het begin van de bouw van het Utrechtse kerkenkruis onder leiding van bisschop Bernold. Tussen 1040 en 1050 verrees eerst de Pieterskerk in het oosten, gevolgd door de Janskerk in het noorden, de Paulusabdij in het zuiden en de Maria kerk in het westen. De Pieterskerk heeft het interieur van een van de best bewaarde Romaanse kerken van Nederland. Bijzonder zijn de forse kolommen in het schip en de graftombe van Bernold in de crypte. De publicatie vertelt de bewogen geschiedenis van stadsbranden, de beeldenstorm, de storm van 1674, de opvang van Franse vluchtelingen aan het einde van de zeventiende eeuw en daarmee de geschiedenis van de tegenwoordige Waalse kerk. Aan de hand van talloze archieven, geschriften, bouwtekeningen en de kennis, die is vergaard tijdens de restauratie halverwege de vorige eeuw, komt voor het eerst een volledig beeld naar voren van de kerk.
Naast de vier auteurs hebben Frans Kipp en Daan Claessen aanvullend onderzoek gedaan, zich ingezet voor de reconstructie van de kerk en zijn ze verantwoordelijk voor de plattegronden in de verschillende perioden.
Elburg, Wouter de
Met de deur in huis. Historische woonhuisplattegronden in Nederland: de typologie van de entreeruimte, ca. 1550-1950
Uitgave Hendrik de Keyser Monumenten 2022, paperback, ISBN 9789081844260, p. 407, leden € 30,00, niet-leden € 35,00.
Wouter van Elburg is werkzaam bij het Team Onderzoek van de Vereniging Hendrik de Keyser en promoveerde in november 2022 op het proefschrift ‘Met de deur in huis’ aan de Universiteit van Amsterdam. De Vereniging HdK heeft het proefschrift in boekvorm uitgebracht.
In dit proefschrift beschrijft hij hoe de plattegrond van het woonhuis in Nederland gedurende vijfhonderd jaar tijd is veranderd. Voor het onderzoek heeft hij ruim 2500 historische woonhuisplattegronden bestudeerd. Het onderzoek richtte zich op het ruimtetype ‘de entreeruimte’ omdat deze op historische plattegronden zonder voorkennis goed te identificeren is en waarvan acht modellen te onderscheiden zijn: de entreeruimte met nevenfuncties, het portaal, het voorhuis, de vestibule, de gang, de dwarsgang, de hal en de trappenhuis-entree. De plattegronden zijn gecategoriseerd en geanalyseerd aan de hand van drie gebouwtypen waarin werd gewoond: boerderijen, woonhuizen en landhuizen, waarbij ook kastelen en buitenplaatsen zijn inbegrepen. De analyse resulteerde in staalkaarten met
standaardverschijningsvormen van de historische woonhuisplattegrond, die nieuwe inzichten bieden in de ordeningsprincipes en de geschiedenis van het woonhuis in Nederland. Dit typologisch plattegrondonderzoek naar
ruimtes (‘ruimtetypen’) biedt theoretisch een mogelijke verdieping en aanvulling op bestaande inzichten over constructies, materialen en huistypen. Het bestuderen van plattegronden met een nadruk op de verschijningsvorm van afzonderlijke ruimtes is in de architectuurgeschiedenis een relatief nieuw onderzoeksgebied dat nog niet veel is toegepast.
Leeuwen, Wies van, Saar Meganck, Cees Slegers, Caroline Voet
Bonte grijzen. De kleuren van Wim van Hooff en de Bossche School
Nai010 uitgevers 2022, hardcover, ISBN 9789462087323, p. 224, € 39,95 (in samenwerking met de Stichting Archeologie, Bouwhistorie en Cultuur, ABC, ‘s-Hertogenbosch).
Wim van Hooff (Vught, 1918-2002) was een toonaangevende kleurenadviseur van de tweede helft van de twintigste eeuw. Hij kwam voort uit het schildersambacht en ontwikkelde een eigen visie op het gebruik van kleur in de architectuur en de gebouwde omgeving. Met zijn omvangrijke oeuvre van rond de tweeduizend projecten was
hij bepalend voor het ingetogen kleurenpalet in grijsbonte tinten, dat vooral de architectuur karakteriseert van de Bossche School. Van Leeuwen analyseert in deze publicatie de visie en theorie van Van Hooff over kleur en de
toepassing ervan aan de hand van zijn werk in gebouwen, steden en kerkrestauraties. Ook is er een uitgebreid overzicht van zijn decoratieve en vrije werk én een bijlage met zijn belangrijkste projecten. Zie enkele van de meest emblematische werken van de Bossche School, een bijzondere stroming in de Nederlandse architectuur, zoals het Huis Jan de Jong en de abdij Benedictusberg in Lemiers/Mamelis, gemeente Vaals.
Boer, Arjen den, Bart van Hoek, Martijn Haan, Martian Kuit, Teun Meurs
Bruut. Atlas van het brutalisme in Nederland
Uitgeverij WBOOKS 2023, gebonden, ISBN 9789462585379, p. 320, € 69,95.
Bruut is het onmisbare standaardwerk over een revolutionaire architectuurstroming, waarbij sprake is van een herwaardering van simpele vormen en ruwe betonconstructies. Brutalisme is een gevierde en verguisde stroming in de naoorlogse architectuur. De bouwwerken van kaal beton zijn volgens de één sculpturaal en imposant, volgens de ander lomp en intimiderend. Ze roepen associaties op met ‘Oostblokarchitectuur’, maar ook met de glamour van de jaren zestig. De verhalen van honderd gebouwen van Nederland worden aangevuld met portretten van de belangrijkste architecten en thema’s als universiteiten, overheidsgebouwen, kerken en winkelcentra. Bekende Nederlandse voorbeelden zijn de Aula van de TU Delft, het stadhuis van Terneuzen en het Evoluon in Eindhoven.
Borghaerts, Paul
Houtstromen. Bossen, binten en boerderijen
Uitgeverij Noordboek 2021, hardcover, ISBN 9789056156886 , p. 416, € 49,90.
In dit boek wordt de herkomst van hout ontrafeld, waarmee in de periode van 1550 tot 1950 in
Noord-Nederland boerderijen gebouwd werden.
Verschillende onderzoeksgebieden gecombineerd, waaronder archiefonderzoek, het inmeten van constructies en dendrochronologie. Daarmee is de ontwikkeling van de greidschuur of -boerderij tot in detail zichtbaar gemaakt. De nieuwe kennis geeft tevens inzicht in de internationale netwerken van de (hout-)handel, en is ook van belang voor onderzoek naar historische gebouwen in Nederland. Zie ook de recensie in Nieuwsbrief Bouwhistorie 72, p. 70-73.
Vreeling, Sieger
Geen Stijl. Een rijkere architectuurgeschiedenis
Uitgeverij Verloren 2022, paperback / Ingenaaid, ISBN 9789087049621, p. 288, € 29,00.
De maatschappij veranderde vanaf circa 1850
ingrijpend en de architectuur veranderde mee. Er werden talloze nieuwe gebouwtypen, zoals postkantoren, stations en warenhuizen gebouwd. Ze werden uitgerust met de nieuwste bouwmaterialen en technische installaties en ontworpen en uitgevoerd door een keur aan specialisten. Het probleem is dat deze enorme innovaties en fundamentele veranderingen volgens de auteur niet of nauwelijks in de overzichtswerken van de architectuurgeschiedenis worden behandeld. Hierin wordt de ontwikkeling van de architectuur nog altijd beschreven aan de hand van de bouwstijlen. Wat buiten de stijlen valt, valt ook buiten de overzichtswerken – en daarmee verdwijnen de functionele, technische en organisatorische kanten van architectuur. Sieger Vreeling bepleit een andere kijk op de architectuurgeschiedenis, namelijk achter de gevel van de Nederlandse architectuur rond 1900. Hij promoveerde in 2019 op dit onderwerp bij Wessel Krul en Auke van der Woud en deze handelseditie is het resultaat van zijn inspanningen. Een recensie van het proefschrift is te vinden in de Nieuwsbrief Bouwhistorie
67, p. 54-57.
Haan, Hans de, Jacob H.P. van der Vaart
Amerikaanse boerderijen in Fryslân. Inspiratiebronnen, bouwers en modellen
Uitgeverij Noordboek 2021, hardcover, ISBN 9789056158231, p. 152, € 22,90.
De traditionele Friese boerderijen zijn kop-halsromp-, de kop-romp- en de stelpboerderijen. Veel minder bekend zijn de nieuwe typen boerderijen, zoals de Amerikaanse modellen, die in de eerste helft van de twintigste eeuw voor het eerst in Fryslân verschijnen. Vooruitstrevende boeren en landeigenaren waren op zoek naar modernisering van hun agrarische bedrijven. Door de import van Amerikaanse bouwtechnieken en dito materialen via de Amerikaanse producent Louden worden de Amerikaanse modellen een groot succes. De Haan en Van der Vaart zijn verbonden aan de Boerderijenstichting Fryslân en deden de afgelopen vijf jaar samen onderzoek naar de modernisering van de landbouw in Fryslân in de eerste helft van de twintigste eeuw. Zie ook recensie in Nieuwsbrief Bouwhistorie 72, p. 68-70.
Essays
Onderzoek
Deze artikelen zijn geplaatst op verzoek van de auteur of (mede)auteur met instemming van de verdere rechthebbenden.