Op 3 maart jongstleden was er voor de bouwhistorie in Nederland een belangrijke happening, de promotie van Edwin Orsel over zijn onderzoek naar kapconstructies op huizen in Leiden in de periode 1300-1800. De verdediging vond plaats in het academiegebouw in Leiden, in dezelfde ruimte waar ook Herman Janse meer dan 30 jaar eerder promoveerde op zijn onderzoek van kapconstructies in Nederland. Edwin werd bijgestaan door paranimfen Taco Hermans en Maarten Enderman. De hoofdpromotor was Dirk Jan de Vries als bijzonder hoogleraar Bouwhistorie verbonden aan de faculteit archeologie van de Universiteit Leiden. Copromotor was Gabri van Tussenbroek, bijzonder hoogleraar Stedelijke identiteit en monumenten, in het bijzonder van de stad Amsterdam aan de UvA. De oppositiecommissie was een gemêleerde gezelschap bestaande uit historici, archeologen, kunst- en bouwhistorici die unaniem enthousiast waren over de geleverde prestatie. Na een inspannende drie kwartier vragen en antwoorden over het onderzoek trok de commissie zich terug, waarna uiteindelijk Edwin zijn bul in ontvangst mocht nemen.
Het proefschrift betreft een omvangrijke studie met een tekstdeel en een catalogusdeel van 127 bouwhistorisch onderzochte en gedocumenteerde Leidse kapconstructies. Door onderlinge vergelijking en ook met voorbeelden van elders wordt de constructie behandeld van boom tot kap, met onder meer aandacht voor het timmerambacht, geschreven bronnen, dakbedekking en uiteraard aspecten van de constructie. Een dergelijk onderzoek was alleen mogelijk door de structureel en systematisch verzamelde documentatie. De kandidaat roept in het proefschrift en stellingen dan ook op tot een wetenschappelijker benadering van bouwhistorisch onderzoek, naast het alom bekende waardestellende onderzoek, en het Malta-conform ongedaan maken van de gekunstelde scheiding tussen archeologie en bouwhistorie. Alleen zo kan ons vakgebied zich verder ontwikkelen en nog meer ingezet voor een betere omgang met het cultureel erfgoed.
Het proefschrift is nog niet gedrukt of digitaal beschikbaar omdat de jonge doctor plannen heeft voor een handelseditie en daarom rust er ook nog een embargo op de digitale versie.
Foto: Francien Van Zaanen Durand